Voor de bijen, maar ook voor de mensen!

Maastricht is sinds een jaar 12 bijenhotspots rijker en de bloemen staan nu volop in bloei. Het zijn prachtige plekken waar allerlei bijensoorten vrij rondvliegen en nog veel meer te ontdekken valt. Peter Alblas, projectleider stadsecologie en educatie bij CNME, neemt ons mee en deelt zijn enthousiasme over de bijen, bloemen en de veelzijdigheid van deze plekken.
Flora en fabels
We lopen samen over de groene loper, recht tussen de mooiste planten en bloemen door: veldsalie, ratelaar (die ook echt ratelt!), ossentong, groot streepzaad, slangenkruid en rapunzelklokjes. Deze soorten trekken elk hun eigen bijensoorten aan. Je kijkt je ogen uit en het leukste is: Peter heeft bij elke plant wel een verhaal. “Ken je Cichorei al? Ze was een jonkvrouw in Griekenland, getrouwd met een krijger die vocht in de oorlog. Dag na dag hoopte ze vurig op zijn terugkeer. In de ochtend verliet ze haar huis en stond in haar mooiste blauwe jurk langs de weg te wachten. Naarmate de middag vorderde en haar hoop vervaagde, verloor haar jurk langzaam haar prachtige kleur. Moedeloos slofte ze naar huis. Volgens de legende bleef Cichorei op een dag staan, hopend op zijn terugkeer. Ze veranderde in een plant. Maar nog steeds verschijnt ze elke ochtend in haar mooiste blauwe jurk, die in de loop van de dag weer dof wordt.”
Warme nestelplekjes in Maastricht
Bijen helpen is iets wat we allemaal zouden moeten willen. Ze zorgen immers voor veel bestuiving en daarmee voor ons voedsel. Door het uitsterven van bijensoorten komen ook plantensoorten in gevaar die afhankelijk zijn van deze bestuivers. Peter vertelt: “We hebben nu nog best veel bijensoorten in Nederland, maar hun aantal neemt af. Op een gegeven moment zijn er te weinig, maar niemand weet wanneer dat precies zal zijn.” Daarom zijn in Maastricht verschillende initiatieven zoals bijenhotels en het inzaaien van speciale bloemen. Toch zijn deze maatregelen niet altijd even effectief voor solitaire bijen, die individueel leven en geen sociale kolonies vormen zoals honingbijen en hommels. Voor deze bijen zijn nestelgangen in de grond cruciaal, bij voorkeur op kale, plantvrije plekken waar de warmte goed blijft hangen. Op de bijenhotspots in Maastricht zijn speciale heuvels gecreëerd voor deze nestelplekken. Peter legt uit: “Vroeger waren zandwegen ideaal voor bijen om te nestelen, nu mogen we ze een handje helpen.” Naast het creëren van nestmogelijkheden, worden op bijenhotspots ook bloemen gezaaid die bijen aantrekken en voeden. De kale plekken worden regelmatig onderhouden door te wieden om het zo aantrekkelijk en geschikt te houden voor de nestelende bijen.
Ook de bloemen mogen hier gewoon geplukt worden. Maar alleen als je ze thuis in de vaas zet en niet na een halfuur in de berm gooit.
Vriendelijke beestjes
Een belangrijke missie voor Peter is om te laten weten dat bijen vriendelijke beestjes zijn. “De mannetjes steken sowieso niet. Je herkent ze vaak aan hun witte gezichtje. Maar ook de vrouwtjes steken nauwelijks, en áls ze steken, voel je er meestal niks van in tegenstelling tot bij honingbijen. Ook hebben honingbijen een paar kilo honing te verdedigen, daar komen dieren als dassen op af. Na een steek sterven bijen, maar met 60.000 honingbijen in één kast, maakt het niet veel uit als enkelen steken. Van solitaire bijen is vaak maar één. Dat ene vrouwtje legt 20 tot 30 eitjes. Als zij steekt en sterft, is dat een groot verlies. Daarom vlucht ze liever.” Peter vertelt over hoe ook jij bijen kan helpen, door speciale bloemen te zaaien in je tuin of op je balkon. "Zie het als een soort tussenstation. Bloemenplekken zijn vaak tijdelijk; als je ze niet onderhoudt, groeien ze dicht." Peter loopt naar een plant toe en trekt deze uit. "Dit is bijvoorbeeld een wilgenboom. Als ik de natuur z’n gang laat gaan, is hier over 10 jaar een bos. Maar daar hebben de bijen niets aan; daar zijn andere projecten voor nodig. Als een bloemenplek verdwijnt, vliegen de bijen door. Maar van hier op de Groene Loper tot in Heugem bijvoorbeeld, komen ze niet zonder hulp. Ze hebben voedsel- en rustplekken nodig. Daar kun jij voor zorgen."
Zaden voor bij je thuis
Het mooie is dat je hiervoor niet naar de tuinwinkel hoeft. Je kunt het zaad gewoon verzamelen op een van de bijenhotspots. De ene bloem is nog zeldzamer en mooier dan de andere. “Als ik een bloem zou mogen kiezen voor in de tuinen, dan is dat slangenkruid. Daar komen 60 soorten bijen op af. En kijk nou zelf, dat blauw is toch prachtig! Het trekt ook een bijzondere soort aan: de slangenkruidbij, de meest kieskeurige die er is. Eerst kwam hij alleen in Maastricht voor, maar door klimaatverandering breidt hij zich uit.” Belangrijk bij het verzamelen van zaden is dat het buiten droog is en dat de zaadjes goed rijp zijn. Anders laten ze niet los. Hoe doe je dat dan? Je zoekt naar bloemen die droog en uitgebloeid zijn, daar schud je aan boven een papieren zakje of een emmer. Soms zelfs boven een paraplu. Deze zaadjes zaai je het liefst direct in, maar ze blijven een paar jaar goed, dus je kunt ze ook bewaren. Peter: “Bij het oogsten is het wel belangrijk om wat zaadjes op de grond te knoeien. Als we alles meenemen, blijft er niets over om te bloeien.”
Peter organiseert geregeld zaadverzamelavonden. Hij vertelt over de bloemen, bijen en leert je zelf zaden te oogsten en zaaien. Stuur hem een mail (peter.alblas@cnme.nl) als je op de hoogte wil worden gehouden.
Zorgvuldig bloemen plukken
Niet alleen de zaadjes mogen worden meegenomen naar huis, ook de bloemen mogen hier gewoon geplukt worden. Dat mag echter alleen als je niet alles in één keer leegplukt en de bloemen thuis in een vaas zet, in plaats van ze na een halfuur in de berm te gooien. Noem het ‘zorgvuldig bloemen plukken’. Je kunt zelfs rustig door de bloemen en planten heenlopen; als er per ongeluk eentje platgedrukt wordt, is dat geen ramp. Deze gebieden zijn geen natuurgebieden zoals de Hoge Fronten of de Pietersberg, waar bloemen onaangeroerd moeten blijven. “Als mensen hier bloemen plukken, is dat geen probleem; er is genoeg voor iedereen. Stel iedereen komt massaal plukken, dan laten we gewoon meer plekken aanleggen. Dan is dit blijkbaar waar we in Maastricht behoefte aan hebben. Wat we op deze hotspots doen is niet alleen voor de bijen, maar ook voor de mensen. Kijk maar eens om je heen – al die bloemen – daar word je toch blij van?”
Elisabeth Strouven Fonds heeft bijdragen aan de aanleg van de bijenhotspots in Maastricht. De bloemen staan inmiddels in bloei en er zijn mooie resultaten gemeten. In een jaar tijd zijn al 148 bijensoorten op de hotspots teruggevonden, met behoorlijk zeldzame en bedreigde soorten er tussen. Wil je meer lezen over de bijenhotspots - of wil je op bezoek langs de mooie plekjes? Je vindt ze terug in het monitorraport van CNME.